Behoorde ik als regelmatige bezoeker nou tot de ‘fellowtravelers’ of – erger nog – de ‘nuttige idioten’ c.q. de ‘naïeve dwazen’?
at was aanvankelijk deels het geval. Ik meende dat een land waar ik zulke aardige en sociale mensen ontmoette, nooit een land met een fout politiek regime zou kunnen zijn.
Maar toen ik 1984 had gelezen van George Orwell, begreep ik de misleidende kretologieën van de DDR al beter. En ook toen de jongeren waarmee ik optrok vertelden over ingegraven militaire bases, waar we langs waren gefietst en waar ik glad overheen had gekeken.
Het bracht mij tot de overtuiging (die later bleek te kloppen) dat er in het Oostblok serieuze plannen waren voor een invasie in het Westen.
In die tijd volgde ik op de Utrechtse School voor de Journalistiek de lesgroep ‘Fascisme, Toen en Nu’. Een van de opdrachten was een ‘fascisme-test’: daarmee kon worden aangetoond in hoeverre je al dan niet bewust fascistische sympathieën toonde. Een van de multiple-choice vragen was: “het Warchaupact wil het Westen gewapenderhand veroveren.”
Hierop had ik als enige een een ‘ja’ op geantwoord. Een schok ging door mijn medestudenten; ze zaten met een ‘fascist’ in de lesgroep.
Docent Herman Wilms reageerde echter meteen met de opmerking dat ik als enige student in de groep het Oostblok meerder malen had bezocht, dus ook wel recht had op die mening. Mijn reputatie was echter bezegeld: in een andere lesgroep had ik opgemerkt, dat je nooit het recht hebt om andermans fiets te stelen. Met die fascistoïde Eduard kon het nooit meer goed komen.
Maar het was niet alleen de dreiging van het Oosten die ik serieus nam. Ook op andere punten week ik af van de ‘nuttige idioten’ en ‘naïeve dwazen’. Die types gingen meestal via georganiseerde reizen oostwaarts en lieten zich in de luren leggen door getrainde 100%-ige reisbegeleiders, waarbij uitsluitend modelcrêches, modelboerderijen (LPG’s) en modelfabrieken werden bezocht en niet te vergeten eventueel ook modelgezinnen.
Daar was bij mij geen sprake van: ik bezocht de jeugdvakantiekampen van de kerk, waarbij de jongeren vaak tegen het dissidente aan schurkten. Het tweede zomerkamp daar was ik zelfs de enige buitenlander.
Verder kon ik me buitengewoon ergeren aan de VARA, die tijdens de antikruisrakettenacties een volkomen eenzijdige verslaggeving pleegden en zelfs niet schroomde dat in de DDR toch ook maar zomaar 50.000 duizend mensen tegen de NATO hadden gedemonstreerd. Ja, vind je het gek: ze moesten! Niet meedoen kon zware problemen opleveren met je studie of je werk. Petities tekenen voor Sovjet-vredesvoorstellen op de Humbold-Universiteit? Tekenen of je vliegt er uit!
Zelf heb ik na zo uitzending zelfs woedend de redactie gebeld, waarbij ik Nico Haasbroek aan de lijn kreeg als chef. Hij vond dat ik zonder meer gelijk had.
Het was soms blijkbaar onmogelijk om fatsoenlijk om te denken voor de arme progressievelingen. Ik weet nog dat ik met enkele medestudenten van de School voor de Journalistiek de 1-mei parade bijwoonde bij de Alexanderplatz. Daar waren groepjes kinderen actief, die onomwonden anti-NATO tekeningen met dito leuzen op het trottoir aanbrachten. “Jee, mag dat hier zomaar?”, was de reactie van een van mijn medestudenten, “Zomaar demonstreren?”.
Ja, dat mocht. Het moest zelfs.
Achteraf gezien leek ik soms inderdaad wel een naïeve dwaas: getuige bijgaande brief aan het hoogste DDR-dier: de ‘Vorsitzende’ Erich Honecker.
> MeerThis Dutch gentleman plays 🇺🇦 music every day in The Hague (a subscriber sent me this). He also joined 🇺🇦 protests in front of the russian embassy.
— Anton Gerashchenko (@Gerashchenko_en) June 17, 2022
Thank you, Sir. Every voice, every action matters. We are grateful for support, it makes us stronger and will lead to Victory. pic.twitter.com/Vk3JlWsMA4