Achteraf gezien leek ik soms inderdaad wel een naïeve dwaas: getuige bijgaande brief aan het hoogste DDR-dier: de ‘Vorsitzende’ Erich Honecker.
oewel het in 1983 was mislukt, werd mijn visumverzoek voor een bezoek aan mijn correspondentievriendin in 1986 beloond. We verkenden Thüringen en ik merkte dat het haar erg dwars zat dat ze geen tegenbezoek kon brengen.
Na een jaar twijfelen en het zien van de film ‘A Letter tot Breznjev’ besloot ik het er maar op te wagen. In mijn meervoudig gecorrigeerde Duits stuurde ik een aangetekend uiterst beleefd verzoek aan de partijvoorzitter om te vragen of mijn correspondentievriendin een paar dagen kon overkomen naar Nederland, waarbij mijn eerdere ervaring bij Amnesty International met het sturen van uiterst diplomatische gestelde brieven aan regeringsleiders goed van pas kwam.
Het mocht niet baten. Meer dan een bewijs van ontvangst heb ik niet gekregen. Wel dook de brief op in onze Stasi-akten.
Bij een volgend bezoek aan Oost-Berlijn, waar ik mijn correspondentievriendin weer ontmoette bij inmiddels wederzijdse vrienden (dat ging dus heel snel in de DDR) haalde ik de brief weer tevoorschijn.
“Ik ben verbluft”, reageerde een van hen. “Je pakt hem precies op de pijnlijke punten. Dit zou eigenlijk alleen maar door een Oostduitser geschreven kunnen zijn!” en “Het feit dat ze niet hebben gereageerd duidt er eigenlijk op dat ze eigenlijk niet in hun eigen politiek geloven.”
Maar hoe kon ik zo sentimenteel en naïef schrijven? Wel, daarbij moet je denken aan het klimaat in Utrecht destijds, alwaar ik in een voormalig drugspand in de binnenstad woonde. Hier werd ik met een continue gevoel van onveiligheid geconfronteerd:
Dergelijke verhalen hoorde ik niet over de DDR. Het was er ‘veilig’ en ‘toch links’, dus ik hoefde me voor deze gedachte niet te schamen.
Mijn correspondentievriendin moest elke avond van haar huis door een pikdonker park. Daar heb ik mij nimmer zorgen om gemaakt. De meeste misdrijven in Nederland leken namelijk drugsgerelateerd. En drugs had je in de DDR nauwelijks: een land met een waardeloze valuta is een slechte afzetmarkt voor dergelijke rommel.
Toch was er natuurlijk een roze bril: misdrijven stonden namelijk domweg niet in de krant (“Der ‘Klassenfeind’ hört mit...”).
This Dutch gentleman plays 🇺🇦 music every day in The Hague (a subscriber sent me this). He also joined 🇺🇦 protests in front of the russian embassy.
— Anton Gerashchenko (@Gerashchenko_en) June 17, 2022
Thank you, Sir. Every voice, every action matters. We are grateful for support, it makes us stronger and will lead to Victory. pic.twitter.com/Vk3JlWsMA4