In de jaren ’79-’89 kon ik de DDR haast als mijn thuisbasis beschouwen: de onbevangenheid waarmee je tegemoet werd getreden was ongekend en daarom was het er goed en ontspannen toeven.
et was er voor westerlingen vrijer dan vaak werd beweerd. Je kon overal gaan en staan waar je wilde. De kille deken van criminaliteit die ik in de Utrechtse binnenstad regelmatig ervaarde, leek er ver weg. Nog steeds lijken de mensen in het oosten van Duitsland een no-nonsense karakter te hebben, en deze ongecompliceerdheid voelt prettig aan.
Om de mensen aldaar te ontmoeten, daar moest je wel wat voor over hebben. Een telefoontje met het Amsterdamse Reisbureau Kontakt was gelukkig voldoende om de nodige formulieren toegestuurd te krijgen.
Vervolgens moest je de hele papierwinkel invullen en opsturen om aan je ‘Berechtigungsschein’ te komen (duur: ongeveer zes weken).
Mij is overigens ook wel eens een visum geweigerd, maar meestal ging het wel goed. Met dit ‘Berechtigungsschein’ kon je aan de grens je in- en uitreisvisum krijgen.
Aan de DDR-grens werd dus fors gestempeld, gewisseld en formuliertjes uitgedeeld. De douaniers zagen er met hun opengeklapte koffertjes dan ook uit als een soort geüniformeerde marskramers. Af en toe werd je bagage aan een minitieus onderzoek onderworpen. Als alles in orde was, dan kreeg je pas een visumstempel en -zegel in je pas.
> MeerThis Dutch gentleman plays 🇺🇦 music every day in The Hague (a subscriber sent me this). He also joined 🇺🇦 protests in front of the russian embassy.
— Anton Gerashchenko (@Gerashchenko_en) June 17, 2022
Thank you, Sir. Every voice, every action matters. We are grateful for support, it makes us stronger and will lead to Victory. pic.twitter.com/Vk3JlWsMA4