Zes weken tussen de ‘bleekneusjes’

De vakantiekolonie

De ‘Derde Jongens’. We zien bovenin Juffrouw Schep, die Peter van Dort uit Oosthuizen vasthoudt en helemaal links Juffrouw Frankenhuizen. Rechts zit de directrice.  Verder boven van links naar rechts Hans Sweers uit Apeldoorn, Aatje van Pelt uit Voorburg en Rudi Jansen uit Den Haag. Staand links Hielke Hoornstra uit Opmeer. Dan v.l.n.r. René v.d. Ploeg uit Dordrecht, Kasper Gubler uit Coevorden, Herbert van Beem uit Boven-Leeuwen, ondergetekende, Nico Manuel uit Coevorden, Evert van Buringen uit Haarlem en Ronnie van der Sluis uit Rotterdam.
  • De ‘Derde Jongens’. We zien bovenin Juffrouw Schep, die Peter van Dort uit Oosthuizen vasthoudt en helemaal links Juffrouw Frankenhuizen. Rechts zit de directrice. Verder boven van links naar rechts Hans Sweers uit Apeldoorn, Aatje van Pelt uit Voorburg en Rudi Jansen uit Den Haag. Staand links Hielke Hoornstra uit Opmeer. Dan v.l.n.r. René v.d. Ploeg uit Dordrecht, Kasper Gubler uit Coevorden, Herbert van Beem uit Boven-Leeuwen, ondergetekende, Nico Manuel uit Coevorden, Evert van Buringen uit Haarlem en Ronnie van der Sluis uit Rotterdam.

Het is de zomer van 1963. Mijn ouders liggen in de scheiding. Veel geld hebben we niet en de alimentatie houdt ook niet over. Op vakantie gaan we niet. Mijn moeder denkt mij toch een plezier te doen. Ze stuurt me in de zomer van 1963-’64 zes weken naar een vakantiekolonie aan de rand van de Veluwe, officieel ‘Kinderherstellingsoord’ geheten.

Zomer 1963
door Eduard Bekker

E

igelijk is zo’n zogeheten ‘gezondheidskolonie’ bedoeld voor kinderen uit de armere wijken uit de grote stad, die niet goed eten en bovendien wel wat frisse lucht kunnen gebruiken. Toch komen veel van die ‘bleekneusjes’ uit landelijke gebieden, dus waarschijnlijk zijn er – net zoals bij mij – ook andere redenen om kinderen hier naartoe te sturen.

Koloniehuis ‘Ketelaar’ in Ellecom. In haar nadagen is het gekraakt. Krakers hebben er toen dusdanig huisgehouden, dat sloop de enige oplossing was. In 2000 is het afgebroken. Op het terrein staan nu woningen.
  • Koloniehuis ‘Ketelaar’ in Ellecom. In haar nadagen is het gekraakt. Krakers hebben er toen dusdanig huisgehouden, dat sloop de enige oplossing was. In 2000 is het afgebroken. Op het terrein staan nu woningen.

Misverstand

Het lijkt me een erg stoer uitje van zes weken. Ik zal naar Koloniehuis Ketelaar gaan in Ellecom. Aan de Veluwerand. Ik heb altijd graag bij de padvinderij gewild en dit lijkt er een beetje op.
Dat blijkt al gauw een misverstand.

Onder leiding van een mevrouw vertrekken we met een kind of vier vanaf het oude station Staatsspoor. Onze begeleidster koopt onderweg nog koffie via het open raam op station Driebergen. En wij krijgen natuurlijk niks.

Schok

Aangekomen met de bus van de Gelderse Tramwegen beland ik in Koloniehuis Ketelaar en word ik ingedeeld bij de Derde Jongens. En dan kom ik er tot mijn schrik achter dat ik hier helemaal niet wil zijn. Geen hopmanachtig type als begeleider op bosavonturen, maar bazige dames zonder enig mededogen. En hier moet ik dus zes weken verblijven.
Prompt krijg ik een schok en schieten de spieren rond mijn borst een kramp. Dat is zo hevig, dat de enige keer dat ik daar hard moet lachen het pijn in mijn borst doet. Die verkrampte borstspieren, die verkramptheid van angst is helaas nooit meer weggegaan - op een kort therapiemoment in 1978 na. Waarom heeft mijn moeder mij dit aangedaan? Het zijn autoritaire juffen die hier de dienst uitmaken en die je verplichten om tussen 1 en 2 uur in de middag te gaan slapen. Daar is niets stoers aan.

Censuur

Als je ’s middags verplichte rustpauze hebt, moet je je mond houden en op je rechter zij liggen met je gezicht naar de deur. Een gruwel voor mij als 9-jarige. De dienstdoende juf controleert dat. Op een gegeven moment betrapt één van de dames mij als ik door het dakraam naar de lucht kijkt. Dit is met je gezicht naar de deur. Zo doe je dat. roept ze en met een ruk aan mijn rechteroor werkt ze mijn smoel richting deuropening.
De volgende dag mogen we onze eerste brief naar huis schrijven. Ik schrijf dat ik naar huis verlang en vertel dat ik ’s middags moet slapen en dat er aan mijn oor is gerukt.
Een dag later staat de directrice in de deuropening van onze eetzaal. Met mijn brief in haar handen.
Wie hier is Eduard Bekker?
Aha. Kom jij dan maar eens even mee.
Ze onderhoudt mij over de bewuste passage in de brief. Ik moet met haar alle groepen langs om de vrouw aan te wijzen die aan mijn oor heeft zitten rukken. We gaan het hele gebouw door, kloppen aan bij alle deuren en gaan zelfs nog langs bij het keukenpersoneel. Ik zie de die kenau echter nergens. De directrice concludeert dat ik het moet hebben verzonnen. Ik moet mijn brief herschrijven en de bewuste passage achterwege laten. Pas een paar weken later zie ik de betreffende juf weer.

Een broek vol ...

Het meest genante van het verblijf hier is het verschijnsel ‘poep’. In onze groep is één jongen, die een darmoperatie achter de rug heeft en daardoor zijn ontlasting niet kan ophouden. Het fenomeen incontinentieluier voor grotere kinderen en volwassenen bestaat blijkbaar nog niet, zodat hij elk moment van de dag onder zijn eigen ontlasting komt te te zitten. De begeleidsters gaan daar op een niet al te subtiele manier mee om. Er wordt wat om afgelachen – ja ook door mij – want we doen er allemaal aan mee. De arme jongen is er stoïcijns onder - althans, zo lijkt het als hij weer zijn hele ondergediareerde bed moet afhalen.
Overigens blijft dit lot ook ons niet bespaard. Dat zit zo: voordat we ’s middags gaan wandelen, krijgen we even de kans om naar de wc te gaan. Er zijn echter maar drie toiletten voor de tientallen kinderen en niet iedereen krijgt dus de kans om te doen waar hij aandrang toe heeft. Een van ons kan zich op de terugweg dan ook niet meer inhouden en laat de boel maar lopen, want de bosjes in, dat mogen we niet. Ook mij is dit lot een keer beschoren en hoe genant is het dan om bij thuiskomst zo goed en kwaad als het gaat de boel bij de wasbank uit te spoelen.

Ringworm

Na een paar weken heb ik op de knokkel van mijn rechtervoet een rood plekje. Het lijkt wel wat op een blaar. Ik krijg er een pleister op. De ‘blaar’ groeit. Ik krijg er een verbandje op. Ook hoger op mijn been ontstaan rooie plekjes, die getrouw in het verband worden gezet omdat ze maar blijven groeien. Ook op mijn andere voet. Het deert me niet echt. Eigenlijk vind ik wel stoer staan zo.
En zo kom ik na zes weken de dagen aftellen aan op station Staatsspoor, alwaar mijn moeder op me wacht.
Waar kom jij in hemelsnaam vandaan? vraagt ze, opgeschrikt door het talrijke verband op mijn been - heel goed zichtbaar, dankzij mijn korte broek.
Ik kom van de gezondheidskolonie antwoord ik.
We bezoeken de week daarop onze trouwe huisarts. Hij raadt aan het verband direct te verwijderen en de plekken met zeepsop te behandelen. Dat laatste is niet eens nodig: nadat mijn moeder het verband verwijdert zijn de plekken in een oogwenk verdwenen.

Polonaise

Barstte ik uit in klagen over wat mij was overkomen toen ik thuis kwam? Geenszins. De laatste dag was namelijk erg leuk geweest: elke groep had een presentatie en daar was best wat werk van gemaakt. Onze groep ‘De Clowntjes’ vertolkten ‘Circus Troelala, al uit Amerika’. Peter van Dort en ik waren twee clowns die kegels naar elkaar jongleerden. Nou ja, gewoon gooiden en vingen. Als afsluiting gingen we met alle groepen en begeleidsters in polonaise door het hele gebouw, door de tuin, door de bijgebouwen, de boomgaard en uiteindeljk de kleine speeltuin. Dat vond ik zo geweldig, dat ik dacht ‘nu wil ik volgend jaar wel weer’.
Ik kwam - ondanks al het verband om mijn voeten - dan ook enthousiast de trein uit en vertelde mijn moeder dat ik het erg naar mijn zin had gehad.
Pas later kwam de terugslag, toen ik merkte dat er iets aan me was veranderd, wat ik niet goed kon plaatsen, alsof er constant iets op me drukte. Elke onzekerheid bleek ineens panische angste te veroorzaken. Dat is nooit meer over gegaan.

Verhalentafel

Ik zou veel meer over deze tijd, die voor mij zo traumatisch is geweest, kunnen vertellen. En dat gaat dan ook gebeuren, ooit. Het Haags Gemeentearchief en de Haagse Bibliotheek zijn een project gestart waarin ieder ‘bleekneusje’ zijn of haar verhaal mag vertellen.
Door de invasie van de coronavirussen is het project nu tijdelijk stilgelegd. Wel jammer.

Bij de eerste (en dus voorlopig de laatste) sessie heb ik een lotgenoot ontmoet die vele malen naar een instelling in Vorden ging. In tegenstelling tot wat ik heb ervaren was het voor hem juist een paradijs, waar hij het heerlijk vond om helemaal los te komen van de beslommering in zijn overbelaste Bezuidenhoutse arme gezin met zes kinderen. Voor hem was het telkens een avontuur. Hij ging elk jaar in zijn jeugd en vertelde dat de begeleidsters heel erg lief waren. Hij werd dan ook regelmatig verliefd op ze, wat ik mijn situatie in de verste verte niet voor zou kunnen stellen.

Jammer

Begin jaren ’70 was het voorbij met deze instellingen. Maar als ik het verhaal van mijn veel gelukkiger lotgenoot hoor, moet ik toch ondanks mijn eigen trauma betreuren dat het systeem niet meer bestaat. Want het kon dus soms heel goed uitpakken als kinderen tijdelijk vanuit hun dagelijkse beslommeringen in hun krappe woning voor zes weken naar een bosrijke omgeving konden verkassen. En andere kinderen en volwassenen ontmoeten. Want hoeveel Haagse kinderen uit de huidige ‘achterstandswijken’ worden niet zonder eten en slecht gekleed naar school gestuurd en krijgen nooit het strand of natuur te zien? Zijn vaak alleen maar het blok aan het been van moeders die eigenlijk hadden gehoopt op een zelfstandig leven, maar door familiedruk zijn uitgehuwelijkt en tot moederschap veroordeeld? Het zou voor die kinderen toch geweldig moeten zijn om te ervaren dat het ook anders kan?
Dit vakantiekolonieproject zou echt ideaal voor deze kinderen zijn.

N.B. De namen bij de foto heb ik indertijd op het gehoor genoteerd, dus mogelijk zijn ze niet helemaal correct gespeld.

Terug   > Home     > Thema’s       > Familieverhalen         > Jeugdtrauma’s           > De Vakantiekolonie

De jeugd


Real Time Web Analytics
rss
De Blauwe Tram (1924-1961) die mij zo imponeerde als kind. Een dergelijk type wordt nu herbouwd.