Met de ‘Gele Kanarie’ door de Pyreneeën

Treinend en bussend naar Seu d’Urgell

Het Gele Treintje van de Cerdagne bij een van de vele haltes.
  • Het Gele Treintje van de Cerdagne bij een van de vele haltes.

De reis naar Seu d’Urgell is voor mij persoonlijk een van de hoogtepunten wat het vervoer betreft. Het langdurigste stuk is een reis van drie uur met het gele treintje van de Cerdagne, de ‘Gele Kanarie’ van de Pyreneeën. Het is een smalspoortraject door de Franse Pyreneeën van Villefrance naar Tour de Carol.

Van 28 augustus - 1 augustus 2016
door Eduard Bekker • Foto’s Eduard & Jonathan Bekker

V

anuit Perpignan ben je al snel in vertrekpunt Villefrance. Het blijkt daar op het perron al veel drukker dan ik had verwacht.
Voor een groot deel blijken het dagjesmensen, die een stuk meerijden en dan weer een trein terug nemen. Of halverwege uitstappen om te gaan wandelen. Hoe dan ook; als we op de helft zijn van deze drie uur durende reis, hebben we ons compartiment voor ons alleen.

Het is een treinstel van de oorspronkelijke lichting, dat wel hier en daar is gerenoveerd. De deuren gaan echter nog steeds niet automatisch. De conductrice controleert dan ook voor elk vertrek of de deuren wel goed dicht zijn.

De open wagens zijn erg populair: zeker met dit warme weer.
  • De open wagens zijn erg populair: zeker met dit warme weer.

Modernere treinstellen

Er zijn inmiddels ook modernere treinstellen, maar die hebben we niet gezien. Die hebben ook geen open bakken, wat in de zomer natuurlijk wel sneu zou zijn voor het toeristenvolk (zoals wij). Maar misschien blijven we ze in de zomer de oude treinstellen inzetten zolang ze dat nog aan kunnen.

Toerisme

Het is een opmerkelijk treintje, dat zijn voortbestaan heeft te danken aan het toerisme. De auto heeft dit boemeltje in snel al lang en breed overtroefd. Zo op de gok is de maximumsnelheid niet veel meer dan een 40 kilometer per uur. Met zo’n tempo is het geen probleem om met een open wagon te rijden. Dat gebeurt dan ook in de zomermaanden.

Derde rail

Opvallend is de stroomvoorziening: net zoals bij veel metro’s komt de voeding van 850 volt vanuit een derde rail. Overal tref je dan ook borden aan, die er dringend voor waarschuwen om niet de sporen over te steken. Blijkbaar zijn er nooit veel ernstige ongelukken gebeurd met dit systeem. Maar toch is het maar goed dat het een zeldzaamheid blijft bij spoorwegen waar je je makkelijk op het parcours kunt wagen.

Het traject gaat over veel viaducten, maar daar heb je eigenlijk beter zicht op als je op de televisie naar Rail Away kijkt. Het hoogste punt is rond de 1.600 meter.

Een van de draaischijven op een station onderweg.
  • Een van de draaischijven op een station onderweg.

Draaischijven

Onderweg komen we op zijsporen regelmatige kleine draaischijven tegen. Aannemelijk is dat er ooit transport zal hebben plaatsgevonden met kiepkarren. Die zouden met een draaischijf eenvoudig van het hoofdspoor los gemaakt kunnen worden. De aansluitende rails is echter verdwenen, zodat die dingen nu geen functie meer hebben.

Spoorbreedtes

Na 63 kilometer en een bescheiden drie uur belanden we in Tour de Carol. Hier komen drie spoorwijdtes bij elkaar: het meterspoor van het Gele Treintje, normaalspoor van de Franse SNCF en breedspoor van de Spaanse spoorwegen.
Die laatste moeten we hebben. Dat is wel spannend: voor die paar kilometer naar het Spaans/Catalaanse Puigcerdà hebben we geen dienstregeling kunnen vinden. We kunnen echter direct instappen in een klaarstaande trein, die naar Barcelona blijkt te gaan en uiteraard in Puigcerdà stopt.

Blik op de de benedenstad en de Pyreneeën vanuit de lift van Puigcerdà.
  • Blik op de de benedenstad en de Pyreneeën vanuit de lift van Puigcerdà.

Mooi stadje

In Puigcerdà moeten we de bus naar Seu d’Urgell hebben. Die zie we pal voor onze neus wegrijden. Er zit niets anders op dan drie uur te wachten op de volgende bus. We besluiten om het stadje zelf even in te gaan. Om de beurt passen we op de spullen bij het station.
Mijn vrouw en zoon blijken de vertraging bij nader inzien niet zo spijtig te vinden. Ze vinden Puigcerdà een wonderschoon stadje. Als het mijn beurt is om te gaan, begrijp ook ook wel waarom: alleen al de weg er naartoe is een aparte belevenis. Het eerste stuk met een kosteloze funiculaire (kabeltreintje). Daar na nog een stuk met een eveneens gratis lift.

Burgeroorlog

Dan ben je inderdaad in een alleraardigst stadje. Op en het centrale plein tref je de toren van Santa Maria Kerk aan. Dat is het enige dat van het gebouw over is nadat anarchisten in 1936 tijdens de Spaanse Burgeroorlog het godshuis in lichterlaaie hadden gezet.

Een straatje in Puigcerdå.
  • Een straatje in Puigcerdå.

Meisjes

We bereiken ons hotelletje in Seu d’Urgell dat net buiten de stad ligt. Het wordt gedreven door een tamelijk gezette man met zijn volslanke Russische wederhelft.
Als we ’s avonds een ommetje maken komen we bij een parkje twee jonge pubermeisjes tegen. Ze oefenen daar op de gralla; een typisch traditioneel instrument hier. Hier lopen ze wat minder kans op klachten van buren, want de instrumentjes hebben een fors volume: als we het parkje uit zijn en een hoek omgaan, horen we ze nog steeds.
Toch leuk. Zoiets zul je in Nederland niet gauw tegenkomen, waar traditionele muziek op traditionele instrumenten nauwelijks wordt gespeeld, laat staan onderwezen, zoals hier wel het geval is. Ook in dit kleine stadje.

Verblijf in Seu d’Urgell

Eduard Bekker Van 28juli - 1 augustus 2016leestijd: ± 1 minuut

‘Seu’ was een van onze reisdoelen. Het is één van de plekken waar de optredens zijn van de diverse muziekgezelschappen met minsten één trekharmonica tijdens een groot balgevenement dat altijd plaats vindt eind juli/begin augustus.

> Meer

Terug   > Home     > Thema’s       > Reizen         > Expeditie Catalonië           > Naar Seu d’Urgell

Op vakantie naar Catalonië


Real Time Web Analytics
rss
De straten van Puigcerdà.