Via de muziek ben ik betrokken geraakt bij het streven van de Catalanen naar onafhankelijkheid.
et jaar 1970. Op mijn middelbare school was Spaans een keuzevak. Ik heb het een jaar gevolgd. De lerares toonde een keer poppetjes die typisch Spaanse mensen voorstelden. Daar zat ook een mannetje bij met een opmerkelijk hoofddeksel. Ja, dat is de Guardia Civil. Die politiemensen zijn in Spanje niet erg populair
, vertelde ze.
Ook stipte ze Barcelona een keer aan: daar spreken ze Catalaans – een aparte taal.
En dat was het.
Vele jaren later: het zal midden jaren ’80 zijn geweest dat ik koffie dronk in café ‘De Maartenshof’ in Utrecht. Er werd muziek gedraaid, die ik niet goed kon thuisbrengen. Het leek wat sonore Griekse muziek. Ik vroeg de barman wat dat was. Hij vertelde dat de zanger Lluis Llach heette en dat hij in het Catalaans zong over de onderdrukking tijdens het Franco-regime.
Ik toog naar de platenbieb en leende een LP van hem: een schot in de roos: nog nooit had ik een zanger zo gepassioneerd en gedreven, ja zelfs smartelijk horen zingen.
Het moet de LP l’Estaca zijn geweest. Gelukkig is de kwaliteit van het bandje waarop ik een aantal nummers heb overgezet, goed genoeg gebleven om die te kunnen digitaliseren.
Maar met Catalonië zelf maakte ik pas vele jaren later kennis: in 2011. Bij Trek er es Uut: een groot trekharmonica-evenement. Daar gaf de Catalaanse trekharmonicaspeelster Cati Plana een workshop. Ze maakte meteen indruk op mij.
In 2014 was ze er ook en speelden we spontaan samen: een Catalaanse scottisch, die ik wel kende, maar die ik nota bene nooit eerder had gespeeld.
Toen ik voorstelde om dit ook eens te doen op de Rambla in Barcelona, zei ze dat dat daar niet meer mocht, maar dat ik welkom bij haar was in haar bergdorpje in de Pyreneeën tijdens een accordeonfestival. De sfeer daar sprak me zo aan dat ik me voor nam om daar vaker heen te gaan.
In 2016 was ik er weer. Na het eten op het terras van het plaatselijke hotel-restaurant speelde ik nog wat trekharmonica: meteen stonden er mensen op om te gaan dansen. Toen we met de taxi weer afreisden, kwam de eigenaresse nog even naar buiten om me te bedanken.
Dit heb ik daarna ook eens geprobeerd in Scheveningen. Toen ik vroeg of de muziek uit kon, zodat ik wat kan spelen voor de mensen waarmee ik hier was, kon dat niet. ‘Want er aten nog mensen’. Maar je kunt wel binnen spelen, want met dit mooie weer zit daar toch niemand.
Kortom: hier in Catalonië voelde ik me echt even helemaal thuis. En meer als in mijn eigen stad als het om de muziek gaat.
Wat me wel zo zijdelings begon op te vallen: alle mensen die ik in Catalonië ontmoette wilden onafhankelijkheid. Het was maar een zijdelings thema waar ik nauwelijks op in ging. Beschouwde het min of meer als folklore.
Wel viel het me op als ik de schaarse Spaanse jongeren die ik ontmoette, hoe stellend die er over waren dat Catalonië gewoon altijd bij Spanje zou horen. Soms wilden ze het er gewoon niet over hebben.
Het stond lijnrecht tegenover de meningen van de Catalanen - jong en oud - die ik kende: allen waren voor onafhankelijkheid, zonder enige reserve.
En tijdens mijn cursus Catalaans in Barcelona zag ik dat niemand geïnteresseerd bleek in de Día de la Hispanidad oftewel de Fiesta Nacional de España, een feestdag geheel in het teken van Spanje en het Spaanse imperium dat na de ontdekking van Amerika door Columbus ontstond. Niemand die ik ontmoette voelde enige behoefte hieraan mee te doen.
Het was voor mij een reden om mij meer te interesseren voor wat de Catalanen beweegt. En was ook benieuwd hoe het aangekondigde referendum van 1 oktober zou uitvallen. Want een groot deel van de Catalanen wil helemaal niet los van Spanje.
Maar toen de dreigementen van de Spaanse overheid losgingen en ik daartegenover de buitengewoon creatieve en vreedzame manifestaties van de Catalanen zag, de gepassioneerde muziek en de gedrevenheid, was het voor mij niet moeilijk voor welke partij ik de meeste sympathie zou voelen.
Goed: het gaat vaak mis met regio’s die zich onafhankelijk hebben verklaard: zie Zuid-Soedan, Eritrea en Kosovo. Maar er zijn ook goede voorbeelden: Slovenië, Letland, Estland, Slowakije en Litouwen.
Hoe dan ook: het leek me dus gewoon maar het beste dat er een openlijk, legaal referendum zou plaats vinden.
Dat gebeurde niet. De Spaanse overheid had zo weinig vertrouwen in de voor hen goede afloop dat ze het domweg verbood.
In plaats van voorafgaand aan het geplande referendum een dialoog te starten en te kijken waar bij een groot deel van de Catalaanse bevolking de pijn ligt, werd slechts naar het geweld gegrepen met als gevolg twee partijen die op scherp staan. En de EU - ja die organisatie die in 2012 de Nobelprijs voor de Vrede mocht ontvangen - keek stilzwijgend toe onder het motto ‘binnenlandse aangelegenheid’: een reactiekreet die je doorgaans hoort van Rusland of China als westerse organisatie het schenden van de mensenrechten in de landen aan de kaak stellen.
Hoe dit afloopt zal de komende tijd blijken, maar ik hou mijn hart vast. Niet vanwege de Catalanen die naar onafhankelijkheid streven, maar vooral voor de supressieve krachten uit Madrid en aanhang.
This Dutch gentleman plays 🇺🇦 music every day in The Hague (a subscriber sent me this). He also joined 🇺🇦 protests in front of the russian embassy.
— Anton Gerashchenko (@Gerashchenko_en) June 17, 2022
Thank you, Sir. Every voice, every action matters. We are grateful for support, it makes us stronger and will lead to Victory. pic.twitter.com/Vk3JlWsMA4